Preventieve
dierenhulp is één van de kerntaken van de Dierenbescherming met als motto
“voorkomen is beter dan genezen”.
De preventieteams werken met hulpvragen en niet
met meldingen, daartussen is een duidelijke scheiding.
Wat is het verschil?
Bij een hulpvraag zoekt de eigenaar zelf hulp en
staat hij open om mee te werken aan een verbetertraject.
Meldingen worden gedaan door iemand over iemand
anders, zonder dat een eigenaar van het dier daarvan af weet. Meldingen komen
binnen bij 144 en horen bij de politie of de landelijke Inspectiedienst
Dierenbescherming (LID).
Hulpvragen worden gesteld door eigenaren van
dieren en/of hun hulpverlener (professional die achter voordeur komt).
Deze professionals hebben een signalerende
functie op het gebied van dierenwelzijn en kunnen, in overleg met hun cliënt,
een hulpvraag doen bij de Dierenbescherming.
De meest voorkomende redenen om een hulpvraag in
te dienen zijn: geldproblemen, onwetendheid of ziekte bij de eigenaar.
De dier-sociaal medewerkers pakken de hulpvragen
op door op bezoek te gaan bij de hulpvragers en de situatie in kaart te
brengen. De hulp kan bestaan uit het geven van adviezen, het persoonlijk
ondersteunen of het begeleiden van een eigenaar voor een langere periode. Als
dier-sociaal medewerker hou je, natuurlijk van dieren, maar misschien nog wel
meer van mensen en de soms complexe situaties waarin zij zich bevinden.
Je hebt een ondernemende en sociale instelling
en wil graag dieren en hulpvragers helpen en begeleiden om tot verbeteringen te
komen. Je staat uiteraard achter de standpunten van de Dierenbescherming en hebt
mensen- én dierenwelzijn hoog in het vaandel staan. Jouw nuchtere kijk op
situaties helpt je om zowel voor dier als mens de juiste oplossing te vinden.
Je bent in staat om structurele veranderingen in gang te zetten en weet
hiervoor draagvlak te creëren bij hulpvragers en samenwerkingspartners. Je bent
tactisch ingesteld en je kunt heel goed zelfstandig werken. Je bent
communicatief sterk, niet alleen mondeling maar ook schriftelijk.
Je beschikt over een MBO+ denk- en werkniveau en
uiteraard bezit je kennis over (huis)dieren én mensen.
Je bent flexibel ingesteld. Niet alleen in het
plannen van je vrijwilligerswerk als dier-sociaal medewerker, je staat ook open
voor het volgen van trainingen die niet altijd in jouw regio zullen
plaatsvinden.